Verhaal Cluveniersdoelen

FRANS HALS, FEESTMAAL VAN OFFICIEREN VAN DE CLUVENIERSSCHUTTERIJ (1627) Let op de hond van VAANDRIG ADRIAEN MATHAM

FRANS HALS, FEESTMAAL VAN OFFICIEREN VAN DE CLUVENIERSSCHUTTERIJ (1627) Let op de hond van VAANDRIG ADRIAEN MATHAM

Niet alleen in de zuidelijke provincies waren schuttergilden actief, ook in het noorden van Holland bestonden deze. Zie onderstaande beschrijving gezien vanuit de schilderkunst van Frans Hals.

Frans Hals schilderde twee schuttersstukken voor de Cluveniersschutterij, één in 1627 en één in 1633. Beide schilderijen kregen een plaats in de grote zaal van het hoofdgebouw. Tegenwoordig hangen de stukken in het Frans Hals Museum. 

Keurcorpsen van de stad

Op het eerste schuttersstuk uit 1627 staat het volledige officierscorps dat van 1624 tot 1627 had dienst gedaan. Een officiersfunctie in de schutterij was een eervolle, onbezoldigde functie, voorbehouden aan een kleine groep, invloedrijke en welgestelde Haarlemmers. In Haarlem behoorden de eigenaren van welvarende bierbrouwerijen tot de rijksten van de stad. Kapitein Willem Warmont was eigenaar van brouwerij ’t Gecroonde Ancker, kapitein Johan Schatter van de brouwerij De Gecroonde Ruyt en vaandrig Loth Schout bezat de brouwerij De Twee Gecroonde Starren. Fiscaal Johan Damius was geneesheer en luitenant Outgert Akersloort goudsmid. Geheel links staat vaandrig Adriaen Matham, tekenaar en graveur. Hij was in 1634 getuige bij de doop van Frans Hals’ dochter Suzanna. Hij heeft zich laten portretteren met zijn hond; en dat is uniek; op geen enkel schuttersstuk van Hals komt een hond voor!

Toen Samuel Ampzing in 1628 zijn boek ‘’Beschryvinge ende Lof der stad Haerlem’, een boek over de geschiedenis van Haarlem, publiceerde, hing het schuttersstuk uit 1627 al in het gebouw. Ampzing beschreef het met de volgende woorden: ‘Daer is van Franz Hals een groot stuck schilderije van enige Bevelhebbers der schutterije in den Ouden Doelen ofte Kluveniers, seer stout naer ’t leeven gehandeld’

Het andere schuttersstuk voor de Cluveniers schilderde Hals in 1633. In de 18de eeuw werden boven de geportretteerden mannen op vier schuttersstukken van Frans Hals nummers geschilderd. Onderaan de schilderijen kwamen borden met de nummers en de bijbehorende namen. Zo wist men wie, wie was.

Ruzie met Amsterdamse schutters

Frans Hals schilderde in totaal vijf schuttersstukken voor de Haarlemse schutterijen. Hij werd ook gevraagd voor het schilderen van een van de Amsterdamse schutterijen, maar dat schilderij heeft hij wegens onenigheid met zijn opdrachtgevers nooit afgemaakt. De schutters betaalden waarschijnlijk zelf voor hun portret. Uit correspondentie over zijn opdracht voor het schilderen van een Amsterdamse schutterij blijkt dat Hals in eerste instantie een bedrag van 60 gulden per persoon betaald zou krijgen. Later werd dat verhoogd naar 66 gulden. Uiteindelijk werd het schilderij afgemaakt door de Amsterdamse schilder Pieter Codde. Het schilderij kennen we tegenwoordig als  ’De magere compagnie en hangt in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Frans Hals

1633 Vergadering van officieren en onderofficieren van het Cluveniersschutterij

1633 Vergadering van officieren en onderofficieren van het Cluveniersschutterij

Wie was Frans Hal

Een korte inleiding over zijn leven

Frans Hals is geboren in Antwerpen rond 1582. Maar hij heeft daar niet lang gewoond, want al snel verhuisden zijn ouders naar Haarlem. Antwerpen was in oorlog en veel mensen vertrokken naar het Noorden, waar het veiliger was. Frans Hals heeft zijn hele leven in Haarlem gewoond en gewerkt. Alleen in 1616 was hij drie maanden in zijn geboortestad Antwerpen

Omdat Frans Hals al meer dan 400 jaar geleden leefde, is het moeilijk om sommige dingen met zekerheid over zijn leven te zeggen. Zo is het bijvoorbeeld niet bekend wanneer hij precies geboren is. Jouw geboortekaartje ligt waarschijnlijk nu nog zorgvuldig thuis opgeborgen, maar over 400 jaar ligt het daar vast niet meer. Zo is het ook met de documenten over Frans Hals gegaan, want papieren over zijn geboorte zijn niet bewaard gebleven.

Wel is bekend hoe de ouders van Frans heette, zijn vader was François Hals en zijn moeder Adriana van Geertenrijck. Zijn ouders waren allebei al eens getrouwd geweest voordat ze bij elkaar kwamen. Zijn  vader had al vier kinderen en zijn moeder in ieder geval een kind.

Frans had dus minimaal 5 halfbroers/zussen. Ook had hij twee volle broertjes, Joost en Dirck. Frans, Joost en Dirck zijn alle drie schilder geworden!

Maar de meeste kunstschilders worden niet zo maar een echte meester in het vak. Net zoals jij naar school gaat om te leren is Frans Hals dat ook geweest. Hij heeft waarschijnlijk een kunstenaarsopleiding gevolgd bij de schilder en schrijver Karel van Mander. Van deze kunstenaar hangt ook werk in het Frans Hals Museum

In 1610 werd Frans Hals lid van het Sint-Lucasgilde. Bij zo’n gilde waren allemaal mensen aangesloten die hetzelfde beroep hadden. Bij het Sint-Lucasgilde zaten alleen maar kunstenaars.

Rond deze tijd gebeurde er ook nog iets heel anders belangrijks in Hals zijn leven, hij trouwde namelijk met zijn geliefde Anneke Harmensdochter. In 1615 overlijdt zijn vrouw in haar kraambed. Hals is dus al rond zijn 32ste weduwnaar. Met Anneke heeft hij drie kinderen gekregen, waarvan er twee al jong overleden.

Maar een jaar na het overlijden van Anneke werd Frans opnieuw gelukkig in de liefde en trouwde met Lysbeth Reyniersdochter. Met haar krijgt hij nog elf kinderen. Wat een groot gezin! Maar dit was heel normaal in die tijd, grote gezinnen kwamen veel voor.

Tegenwoordig zijn Frans Hals’ beroemde schilderijen heel veel waard, maar tijdens zijn leven was Hals helemaal niet zo rijk. Toen hij een bejaarde man was geworden kreeg hij zelf ‘jaargeld’, dat was een soort geldbijdrage van de stad om eten van te kopen en huur te betalen.

Hals is meerdere keren verhuisd, maar is wel altijd in Haarlem gebleven. Ook heeft hij gewoond aan het Groot Heiligland, de straat waar het Frans Hals Museum gevestigd is.

In 1666 overleed Hals, hij is ongeveer 84 jaar geworden

Deel deze pagina